-
1 goedmaken
1 [met betrekking tot bedreven kwaad/verkeerde handelingen] make up/amends for♦voorbeelden: -
2 compenseren
♦voorbeelden:een tekort compenseren • make good a deficiency/deficitde ontvangsten compenseren de uitgaven • the income covers the expenditureelkaar compenseren • counterbalance each other, balance out -
3 flink
♦voorbeelden:2 een flinke dosis • a stiff/generous doseeen flink pak slaag • a good hidingeen flinke portie • a generous helpingeen flinke slok • a good mouthfuleen flinke wandeling • a good (long) walkeen flinke vent • a fine felloween flinke werker • a hard workerzich flink houden • put on a brave front/facenog flink zijn 〈 van oude mensen〉 • still be hale and hearty/going strongII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 flink aanpakken • do one's share, work hardiets flink bestrooien met • sprinkle something liberally withflink doorstappen • step on itflink optreden • act firmly, take a strong/firm lineflink wat mensen • quite a number of/quite a few peopleiemand er flink van langs geven • give someone what forer flink tegenaan gaan • go (at) itflink zo! • that's the way!flink wat verdienen • make good money -
4 blij maken
v. make glad, make happy, make good -
5 verlies
1 loss♦voorbeelden:1 een verlies aanzuiveren • make good/up a losseen verlies bestrijden uit reserves • defray a loss from reserveseen verlies delgen • discharge/amortize a losshet verlies voor zijn rekening nemen, het verlies dragen • bear/stand the lossmet verlies verkopen • sell at a lossmet verlies draaien • make a loss/lossesniet tegen (zijn) verlies kunnen • be a bad loser -
6 gebruiken
♦voorbeelden:1 de auto gebruikt veel brandstof • the car uses (up)/consumes a lot of fueleen geneesmiddel inwendig/uitwendig gebruiken • take/use a medicine internally; use/apply a medicament/medication externallyslaapmiddelen gebruiken • take sleeping pills/tabletszijn verstand gebruiken • use one's common sensevork en mes gebruiken • use a knife and forkdat kan ik net goed gebruiken • I could just use thatdat kan ik goed gebruiken • that comes in handyiets/iemand niet kunnen gebruiken • have no use for something/someone 〈 ook figuurlijk〉ik zou best wat extra geld kunnen gebruiken • I could do with some extra moneyzich gebruikt voelen • feel usediets/iemand weten te gebruiken • know how to use something/someonezijn tijd goed/slecht gebruiken • make good/bad use of one's time, put one's time to good/bad use2 gebruikt u suiker in de thee? • do you take sugar in your tea?wilt u ook iets gebruiken? • can I get you anything?1 [harddrugs innemen] 〈 onovergankelijk werkwoord〉 be on/take drugs; 〈 overgankelijk werkwoord〉 be on, take -
7 hier zit kopij in
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hier zit kopij in
-
8 zijn tijd goed/slecht gebruiken
zijn tijd goed/slecht gebruikenmake good/bad use of one's time, put one's time to good/bad useVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn tijd goed/slecht gebruiken
-
9 goedmaken
v. compensate, make up for, make good, correct a mistake -
10 vergoeden
n. solatium--------v. make good, make up, compensate, recoup, recompense, reimburse, remunerate, repair, redress, repay, pay -
11 hier
1 [op/naar deze plaats; waarbij de spreker iets overhandigt] here2 [als voornaamwoordelijk bijwoord] this♦voorbeelden:1 dit meisje hier • this girl, this girl herehier de VPRO • this is the VPROik ben hier nieuw • I'm new herebreng dat boek even hier • just bring that book over herewat/wie hebben we hier! • Hello, hello, hello!, look what's/who's herehier is het gebeurd • this is where it happenedhier is de krant • here's the newspaperkom eens hier! • come here!hier staat dat … • it says here that …hier en daar • here and therehier of daar vinden wij wel wat • we'll find something somewhere or otherhier en hiernamaals • in this world and the nexttot hier toe (en niet verder) • up to here (and no further)het zit me tot hier • I've had it up to herehij is niet van hier • he isn't from these partsvan hier naar Londen • from here to Londonhier in de buurt • round here, in the neighbourhoodhier moet je het mee doen • you'll have to make do with this -
12 nuttig
1 [dienstig] useful2 [voordeel opleverend] advantageous3 [techniek, technologie] efficient♦voorbeelden:1 een nuttig lid van de maatschappij • a useful/valuable member of the communitynuttig werk verrichten • do a useful jobzich nuttig maken • make oneself usefulhet nuttige met het aangename verenigen • combine business with pleasure -
13 vergoeden
3 [als loon geven voor] pay♦voorbeelden:iemand gemaakte onkosten vergoeden • refund/repay someone's expenses, reimburse someone (for) expensesiemand de schade vergoeden • compensate/pay someone for the damage, reimburse someone for the damage -
14 uithaalverliezen bijvullen
• to make good draw-off lossesNederlands-Engels Technisch Woordenboek > uithaalverliezen bijvullen
-
15 delgen
-
16 een tekort compenseren
een tekort compenserenmake good a deficiency/deficitVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een tekort compenseren
-
17 een verlies aanzuiveren
een verlies aanzuiverenmake good/up a lossVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een verlies aanzuiveren
-
18 een verlies delgen
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een verlies delgen
-
19 een verlies goedmaken
een verlies goedmakenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een verlies goedmaken
-
20 flink wat verdienen
flink wat verdienenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > flink wat verdienen
См. также в других словарях:
make good — (also make it (big)) INFORMAL ► to become rich and successful: »After years of hard work, she finally made good. »Los Angeles is full of people who go there to make it big like the stars in Hollywood. Main Entry: ↑make … Financial and business terms
make good — make (it) good American & Australian to become successful or to achieve something you want. The film s main character is a poor Mexican boy who made it good in Chicago. He ll make good, you ll see. He works hard and knows what he s after … New idioms dictionary
make good on — (something) American & Australian, informal to give back money that you owe someone, or to keep a promise to do something. I want to make good on that loan I got from Joan. Tom made good on his promise to paint the living room … New idioms dictionary
make good — (someone s something) to succeed in doing something difficult. She made good her escape from the hospital … New idioms dictionary
make good (to) — Make an adjustment or special allowance when a problem arises; a free repeat of an advertisement when there has been a mistake. ► “They [global managers] seriously doubt the U.S. Treasury would fail to make good its interest payments on its… … American business jargon
make good — ► make good 1) compensate for (loss, damage, or expense). 2) fulfil (a promise or claim). 3) be successful. Main Entry: ↑good … English terms dictionary
make good — index fulfill, indemnify, keep (fulfill), pay, recoup (reimburse), redress, refund … Law dictionary
make good — verb act as promised (Freq. 1) make good on promises • Hypernyms: ↑observe, ↑keep • Verb Frames: Somebody s something * * * phrasal : to make valid or complete … Useful english dictionary
make good — {v. phr.} 1. To do what one promised to do; make something come true. * /Mr. Smith borrowed some money. He promised to pay it back on payday. He made good his promise./ * /Joe made good his boast to swim across the lake./ * /John s mother… … Dictionary of American idioms
make good — {v. phr.} 1. To do what one promised to do; make something come true. * /Mr. Smith borrowed some money. He promised to pay it back on payday. He made good his promise./ * /Joe made good his boast to swim across the lake./ * /John s mother… … Dictionary of American idioms
make\ good — v. phr. 1. To do what one promised to do; make something come true. Mr. Smith borrowed some money. He promised to pay it back on payday. He made good his promise. Joe made good his boast to swim across the lake. John s mother promised to take him … Словарь американских идиом